HBB Groep realiseert aan de Hoogte Kadijk in Amsterdam twee gebouwen. Aan de kant van de Nieuwe Vaart verrijst een zes verdiepingen hoog pand met 88 huurwoningen. Aan de straatkant is plek voor een blok met zes luxe stadsvilla’s. Uitvoerder Ruth Langemeijer leidt ons rond op de bouwplaats.
Het bouwterrein grenst aan twee kanten aan water, aan één kant aan de straat en aan één kant aan een bestaand pand. Het nieuwe gebouw overkraagt het terrein. Er is dus geen ruimte omheen, en dat maakt de uitvoering van dit project logistiek gezien op z’n zachtst gezegd uitdagend. Uitvoerder Ruth Langemeijer is gelukkig wel wat gewend. ‘De volgorde is super belangrijk’, stelt ze. ‘Alles moet kloppen. Vandaag komen er vijf bootladingen met kanaalvloerplaten aan. Gemaakt in Brabant, over de weg naar Amsterdam-West gebracht, en vanaf daar vervoert PK Waterbouw het via het IJ naar de Nieuwe Vaart en de bouwlocatie. Emissievrij, zoals dat sinds 1 januari 2025 verplicht is voor alle passagiers- en transportvaartuigen op de binnenwateren van Amsterdam.’
In een schuit gaat vijftig ton aan gewicht, gaat ze verder. ‘Dat is ongeveer de inhoud van twee vrachtwagens. Voor een hele verdiepingsvloer hebben we een kleine vijf schuiten vol met vloerplaten nodig. De eerste verdiepingsvloer komt op zes meter hoogte te liggen. De staalconstructie daarvoor staat inmiddels.’
Drijvende pontons
Omdat er geen ruimte om het terrein heen is, ligt er een opslagschuit langszij en staan de bouwketen op drijvende pontons. Ook voor de schuiten die materialen brengen moet steeds plek zijn. Langemeijer: ‘Een ander punt is dat we vanaf de grond geen steigers aan de buitenzijdes van de gevels kunnen opbouwen. Dat lossen we op door stalen binten op de poeren te bevestigen. Daarop leggen we een tijdelijke vloer waar de steigers op komen te staan. De werkvoorbereiding van HBB Groep en haar onderaannemers hebben hier heel wat hoofdbrekens over gehad. Zij bedenken hoe het allemaal moet gebeuren. Als uitvoerder denk ik wel mee natuurlijk. En er duiken altijd onvoorziene problemen op, die ik dan ter plekke oplos.’
Extra alert
Langemeijer is iedere ochtend om half zeven aanwezig, de mannen komen iets later. Vandaag zijn het er acht, maar straks met de afbouw loopt dat op tot wel zo’n vijfentwintig. Ze vertelt: ‘We starten de dag met een werkbespreking: wat gaan we doen vandaag? Daarna volgt de LRA: last minute risico analyse. Dan bespreken we wat er fout kan gaan en waar we dus extra alert op moeten zijn. Vandaag lossen we de vloerplaten uit de schuiten en daarbij is beknelling een mogelijk risico. We gebruiken ook een hoogwerker vandaag. Dat brengt valgevaar met zich mee, en dus is er extra aandacht voor het aanlijnen. Verder heeft het vannacht flink gevroren. Inmiddels schijnt de zon, maar de temperatuur zal ook overdag onder nul blijven. Niet iedereen kan daar goed tegen. Heeft iemand het erg koud, dan vind ik het prima als hij een extra pauze neemt voor koffie of chocolademelk.’
Vooruit kijken
Zo’n bouwlocatie midden in een dichtbebouwd gebied vraagt vooral om een secure voorbereiding, vooruit kijken en heel goed plannen. ‘We moeten er steeds voor zorgen dat de volgordes kloppen’, legt Langemeijer uit. ‘Bij een vrachtwagen leg je de vloerplaat die het eerste gelegd wordt bovenop. Omdat de platen vanuit de fabrikant in Brabant eerst in de opslag gaan, dan in de boot en dan er weer uit, is dat enorm opletten. Want zoals je kunt zien: er is geen ruimte om eerst van alles in de goede volgorde op het terrein te leggen. Het moet in één keer goed. Alles is dan ook gemerkt.’
Voor de medewerkers is het geen standaardwerk, alles gaat anders dan anders. ‘Dat maakt het soms spannend, maar vooral heel leuk. Het bouwwerk zelf is eigenlijk niet zo ingewikkeld. Het is alles eromheen dat het bijzonder maakt, en met name de logistiek. We werken hier met een JIT-planning. Just-in-time leveren dus: geen voorraden maar alles direct verwerken. Soms levert dat problemen op. Als het harder waait dan windkracht zes staat de hijskraan stil. Dat komt niet heel veel voor omdat we in een dichtbebouwd gebied zitten, maar recentelijk hadden we wel een aantal keer last van mist. Heel vervelend, want dan mag er niet gevaren worden en stagneert de aanvoer van materiaal dus.’
Grout pompen
In oktober 2024 jaar is HBB Groep in opdracht van BLVG ontwikkeling begonnen met de bouw. Allereerst zijn er betonnen poeren van drie bij drie meter en anderhalve meter dik gegoten. Onder iedere poer zitten vier metalen buisboorpalen tot een diepte van 21 meter. ‘Daar zit een vaste laag in de bodem. De palen zijn vier meter lang en werden steeds op elkaar gelast tot ze de juiste lengte hadden. De metalen palen werden vervolgens gevuld met grout, een mengsel van cement en water. Zo ontstaan dus betonnen palen in een stalen buis. Supersterk. Op het ‘opstortje’ op de poeren is de stalen draagconstructie gebouwd. Vandaag beginnen we met het leggen van de eerste verdiepingsvloer, op een hoogte van zes meter. De vloerdelen arriveren dus per schuit. Met het beton dat gegoten wordt, kan dat niet. Dat komt met een cement/vrachtwagen hier naartoe en vervolgens hijsen we de inhoud met de kubel naar de stortplek. Voor de grout hadden we iets verderop een silo staan, dat pompten we door een slang hierheen.’
De lucht in
Als de bouwvakkers tegen vier uur richting huis gaan, neemt Langemeijer gemiddeld nog een uur de tijd om in ieder geval de werkzaamheden voor de volgende dag voor te bereiden. ‘De planning moet regelmatig aangepast worden’, vertelt ze. ‘In april of mei volgend jaar moet alles klaar zijn. Bij een project als dit reken ik voor het gemak een half jaar in de grond en een jaar boven de grond. Het eerste half jaar is voorbij, dus we gaan hier nu de lucht in, zoals je ziet. Dan zie je het snel groeien, en dat is altijd mooi.’
