VELUX is een bijzonder project gestart om hun CO2-uitstoot te verminderen. Ze willen bij hun honderdjarig bestaan in 2041 hun historische uitstoot hebben teruggebracht tot nul. De opname van vier dakramen als categorie 1-producten in de Nationale Milieudatabase is één van de stappen in de richting van deze ambitieuze duurzaamheidsdoelstelling.
In 2041 viert VELUX haar 100-jarig bestaan. Tegen dat jaar wil het bedrijf de CO2-uitstoot uit de eigen productie (scope 1 en 2) zodanig hebben verminderd en vastgelegd dat er helemaal geen uitstoot meer over is sinds 1941. ‘Daarvoor hebben we berekend wat onze CO2-uitstoot is sinds de oprichting van het bedrijf’, legt Marcel Vreeken, public affairs manager bij VELUX, uit. ‘In samenwerking met het WWF financieren we projecten voor bosbehoud en -herstel in tropische bossen. Het landschap wordt ontwikkeld om ontbossing te halveren en natuurlijk bos te herstellen waardoor de biodiversiteit en het levensonderhoud van de lokale gemeenschappen kan worden verbeterd.’ Tot nu toe lopen er op initiatief van VELUX drie projecten in Oeganda, Madagaskar en Vietnam.
Voetafdruk verkleinen
De samenwerking tussen VELUX en WWF gaat dus verder dan emissiereductie in de eigen activiteiten en waardeketen van de VELUX Groep. Daarin heeft de Groep zich ten doel gesteld om de CO2-uitstoot van activiteiten met 100% te reduceren (scope 1 en 2) en de emissies van hun waardeketen (scope 3) tegen 2030 te halveren.
‘Alleen door samen te werken in de keten en kennis te delen, kunnen we de CO2-footprint van onze producten verkleinen’, zegt Vreeken. ‘Het gaat immers niet alleen om scope 1 en 2 emissies, je wilt ook scope 3 fors reduceren. Voor scope 3 moet je je leveranciers uitdagen om zelf hun CO2-uitstoot te verminderen.’
Een voorbeeld is de samenwerking met aluminiumproducent Hydro. Deze fabrikant gebruikt veel hernieuwbare energie en gerecycled materiaal voor het productieproces. Hierdoor heeft het aluminium een iets andere samenstelling. ‘Dit heeft invloed op ons productieproces. We onderzoeken hoe we dit ‘groene aluminium’ het beste kunnen gebruiken. Dat doen we in een langdurige samenwerking met de leverancier.’
De samenwerking met de Noorse aluminiumleverancier Hydro is al in 2022 aangegaan. Door gebruik te maken van de koolstofarme producten van Hydro kan VELUX de koolstofuitstoot verminderen per kilo aluminium die wordt gebruikt bij de productie van VELUX dakramen, platdakramen en accessoires zoals rolluiken en jaloezieën. ‘Met deze samenwerking willen wij tegen 2030 minder dan twee kilogram koolstof per kilogram aluminium bereiken. Dit is minder dan een vijfde van het huidige Europese gemiddelde.’
Meten van de milieu-impact
Het is ook belangrijk om klanten nauwkeurig te informeren over de milieu-impact van de producten. Er zijn verschillende manieren om dit concreet te maken, stelt Vreeken. ‘Duurzaamheidsinitiatieven zijn meetbaar en vastgelegd volgens de hoge standaarden van het Science Based Targets initiative (SBTi). Bovendien hebben we ervoor gekozen om duurzaamheidsactiviteiten langs de EcoVadis-meetlat te leggen. In 2024 kreeg de VELUX Groep 78 punten, waarmee VELUX tot de top 3% van alle beoordeelde bedrijven behoort. Daar hebben we een gouden medaille voor gekregen, waar we natuurlijk heel trots op zijn. De volgende stap is om voldoende punten te behalen voor de platina medaille. Dat hopen we binnen afzienbare tijd te bereiken.’
In de Nationale Milieudatabase
Vier producten van VELUX zijn intussen opgenomen in de Nationale Milieudatabase (NMD) als een zogenaamd ‘categorie 1 product’. Categorie 1 betreft een fabrikantspecifieke milieuverklaring, in tegenstelling tot de sectorgemiddelde categorie 2-verklaringen en de merkonafhankelijke categorie 3-verklaring. Categorie 1 geeft daarmee een meer accurate milieuscore van het product weer
‘Dat daagt je als fabrikant uit om te onderzoeken hoe je dit cijfer kunt verbeteren. Hierin komen we een heel eind. Aangezien een verklaring in de NMD vijf jaar geldig is, kan een bedrijf in theorie vijf jaar achterover leunen na de opname van hun product. Dat doen wij niet. Om in de NMD te komen, moet je een LCA (Life Cycle Analysis) laten maken van het betreffende product. Die kennis uit onze LCA kunnen we nu gebruiken om te kijken aan welke knoppen we kunnen draaien om onze producten te blijven verbeteren en tegelijkertijd de impact op het milieu te minimaliseren.’
Dit is een artikel van Bouw en Installatie Hub. Wil je op de hoogte blijven van al het nieuws uit de bouw- en installatiesector? Neem dan een kijkje op de hub en meld je aan voor de online community.
↗
