Prefab: terug van weggeweest 

Bouw en Installatie Hub
19 december 2024
3 min

Prefab is opeens overal en lijkt een heel nieuw fenomeen. Maar dat is niet zo, het gebruik van geprefabriceerde bouwdelen gaat ver terug. De eerste vermelding van een geprefabriceerd gebouw dateert uit de 12e eeuw. Noormannen voerden toen bouwdelen aan die samen een kasteel vormden.  

In de geschiedenisboeken staat geschreven dat er in 1624 in Noord-Amerika gebouwen werden neergezet op de prefab methode. En rond 1800 zou er ergens in West-Indië een demontabel ziekenhuis zijn gebouwd. Zo zijn er her en der nog veel meer voorbeelden te vinden.

Na 1850 werd prefab bouwen echt op grote schaal toegepast. De vraag naar woningen was in de Amerikaanse staat Californië enorm en dat had alles te maken met de Gold Rush. Een groot warenhuis zag dat gat in markt en ging met prefab aan de slag. De prefab woningen boden ze aan via hun catalogus. Op die manier kostte een woning maar een kwart van een traditioneel gebouwd huis. Wie een woning uit de catalogus bestelde, kreeg hem als bouwpakket bezorgd. Het succes was enorm. Het warenhuis verkocht in een periode van ongeveer dertig jaar een half miljoen prefab woningen. Die waren kwalitatief zo goed dat ze grotendeels bewaard zijn gebleven. 

Meeneem-huizen 

Ook in Nederland zijn er mooie historische voorbeelden. Rond 1900 werden er in Zweden houten huizen gefabriceerd die gemakkelijk in elkaar gezet konden worden. Rijkswaterstaat bestelde er zo’n honderd jaar geleden een aantal. Ze lieten ze afleveren en opbouwen in Noord-Holland voor personeel dat daar aan de Zuiderzeewerken werkte. Die prefab huizen werden meeneem-huizen genoemd. Er staat nog een gaaf exemplaar in Den Burg op Texel. In 1927 nam een ingenieur van Rijkswaterstaat zijn intrek in deze dienstwoning. Het woonhuis met de naam Flevo staat er nog steeds. Het kreeg de monumentenstatus omdat het van cultuurhistorische waarde is, en omdat het gezien de architectuurgeschiedenis van belang is.

Naoorlogse noodzaak
Ook in de periode na de Tweede Wereldoorlog was er een grote behoefte aan woningen, onder andere in Groot-Brittannië. Veel steden lagen in puin, en prefab maakte het mogelijk om in rap tempo vervangende woningen neer te zetten. Ze waren eigenlijk bedoeld als tijdelijke oplossing, maar er werd (tien)tallen jaren gebruik van gemaakt. Zelfs vandaag de dag is een deel ervan nog bewoond. 

Vanaf de jaren ’60 nam de belangstelling voor modulaire- en prefab woningen af. Mensen noemden geprefabriceerde huizen blokkendozen en vonden ze onpersoonlijk en goedkoop. Voor een paar decennia ging prefab de ijskast in. 

Buzzwoord 

Om daar – nog niet zo lang geleden – ook weer uit te komen. Prefab is op dit moment het buzzwoord in de bouw. Dat heeft een aantal redenen. De arbeidsmarkt is een belangrijke. Voor traditioneel bouwen is veel menskracht nodig en dat is er nu niet. Met geprefabriceerde bouwelementen zijn er op de bouwplaats minder ‘handjes’ nodig; het is een kwestie van de onderdelen aan elkaar koppelen, en dat geeft snel resultaat. Ook zijn de faalkosten minder, en de bouw is sneller en efficiënter, met minder materiaalverspilling en minder uitstoot.

Er is een ware prefab-revolutie gaande, waarbij alle processen (onder andere planning en productie) met behulp van software op elkaar afgestemd kunnen worden. Niemand kan nog om prefab heen; iedere partij in de keten is ermee bezig. Zo’n 30% van de bouw gebeurt nu met behulp van prefab. Prefab is dus terug van weggeweest, en waarschijnlijk kunnen we nu wel zeggen: prefab is here to stay.    

 
Logo Bouw en Installatie Hub
Dit is een artikel van Bouw en Installatie Hub. Wil je op de hoogte blijven van al het nieuws uit de bouw- en installatiesector? Neem dan een kijkje op de hub en meld je aan voor de online community.
 

Gerelateerde artikelen