Circulair industrieel bouwen: van kleine pilots naar gebiedsontwikkeling

Auteur zonder afbeelding icoon
Bouw en Installatie Hub
22 december 2025
5 min

Ondanks de politieke tegenwind gaat het steeds meer en sneller de goede kant op met circulair industrieel bouwen, ziet Sander Woertman, programmaleider van Lente-akkoord 2.0. “Duurzaamheid is een niet te stoppen ontwikkeling. Daar word ik vrolijk van.”

Sander Woertman, wat houdt het samenwerkingsverband Lente-akkoord 2.0 in?
“Het Lente-Akkoord 2.0 is een meerjarig kennisprogramma. Het is in 2008 ontstaan omdat het toenmalige ministerie van VROM zag dat verduurzaming van de woningbouw alleen in samenspraak met de markt mogelijk was. De grootste bouwbrancheverenigingen hebben toen de handschoen opgepakt, met een belangrijke rol voor de duurzame koplopers. Tot 2021 lag de focus op energiezuinigheid. In 2022 is de omslag gemaakt naar de materiaalopgave. Grootschalig duurzaam bouwen: circulair en industrieel dus. De basis van het Lente-akkoord is kennisontwikkeling en -deling, met de praktijk als basis: wat kan, wat is nodig, hoe werk je samen aan de transitie? Het is heel belangrijk dat bouwers op de hoogte zijn van wat er is en wat er kan.”

Wat is jouw rol als programmaleider binnen dit verband?
Ik coördineer het programma en onderhoud de contacten met de brancheverenigingen en het ministerie. Ik luister naar de koplopers om te horen wat zij nodig hebben. Als er een uitdaging is die breed gevoeld wordt, dan zoeken we daar een passende oplossing bij. Een voorbeeld: meerdere koplopers gaven aan graag CO₂-arm beton te willen toepassen, maar hadden vragen hoe ze dat kostenneutraal konden doen. Daarop hebben we een praktijkgroep in het leven geroepen om een werkwijze te formuleren die ook voor andere bouwbedrijven toepasbaar is. Hoe mooi zou het zijn als de hieruit resulterende handreiking ervoor zorgt dat CO₂-arm beton grootschalig toegepast gaat worden? Kort gezegd: ik verbind partijen.”

Wat is er al bereikt?
Circulariteit begon met pilots. Kleine projecten waar werd geëxperimenteerd met circulaire materialen en hergebruik. Isolatie met gerecyclede spijkerbroeken, plaatmateriaal gemaakt van reststromen uit de akkerbouw, en noem maar op. Dat was belangrijk, omdat het liet zien wat er allemaal mogelijk is. Vanuit die pilots is veel kennis opgedaan en dat is meegenomen in vervolgprojecten. Op dit moment worden de eerste grootschalige houtbouwprojecten opgeleverd. Ook verrijzen er betaalbare woningen die zowel op energieniveau als op materiaalniveau heel goed presteren. We komen nu toe aan vragen als: hoe kunnen we versnellen, verbeteren, flexibeler bouwen, en noem maar op. 

Verschillende deelnemers aan het Lente-akkoord maakten vorig jaar een publicatie over de milieuprestatie van hoogbouw. Enerzijds hebben we hoogbouw nodig, anderzijds is het erg vervuilend. Onlangs werd bekend dat een aantal producenten van houten gevelsystemen voor hoogbouw een certificering hebben gekregen. Daardoor kunnen in hoogbouwprojecten dus houten gevels worden toegepast, en dat is gunstig voor de duurzaamheidsprestatie.

Ik merk ook dat veel provincies en gemeenten bezig zijn met een hergebruikstrategie. Vanuit het Transitieteam Circulaire Bouweconomie, waar ik onderdeel van ben, zijn we bezig om die lokale initiatieven op dat gebied om te zetten in een landelijke aanpak. Zodat hergebruik opgeschaald kan worden.”

Je ziet heel wat bouwinnovaties, -projecten, en visies langs komen. Wat springt eruit?
Duurzaamheid zorgt echt voor een revolutie in de bouwsector. Er komen steeds slimmere houtbouwsystemen, het lukt steeds beter om duurzamer met beton te bouwen, er zijn slimmere rekenmethodes ontwikkeld, er is zoveel! Losmaakbaar bouwen is ook een goede ontwikkeling. We werken aan de derde editie van een catalogus met losmaakbare bouwdetails. Met elke editie groeit het aantal nieuwe losmaakbare oplossingen exponentieel, en met steeds betere milieuscores. 

Verder vind ik het heel positief dat beleggers en corporaties samen afspraken maken over een route naar CO₂-reductie. Dat raakt bouwers en ontwikkelaars direct. Zij moeten gaan nadenken over manieren om de CO₂ te verminderen, omdat ze anders hun projecten niet meer verkocht krijgen. Dat is een goede ontwikkeling. 

Ik ben ook positief over het bouwmaterialenakkoord dat onlangs is gesloten over materiaalstromen. Voor iedere stroom is er een aparte routekaart gemaakt, om CO₂ te reduceren. Dat was een enorm karwei, maar het is gelukt en gaat zeker impact hebben. Samenwerkingen van boeren en bouwers om biobased materialen te produceren zijn ook heel hoopvol. De Nationale Aanpak Biobased Bouwen trekt hier hard aan, met resultaat. Daar zit lekker de vaart in. Ook in de beton- en de staalsector wordt gewerkt aan CO₂-reductie en is er een de transitie gemaakt van tegenstribbelen via ‘meestribbelen’ naar meewerken. Dus inderdaad, ik zie allerlei mooie dingen gebeuren.”

Het Lente-akkoord 2.0 loopt eind 2025 af, komt er een vervolg?
Jazeker. We krijgen zelfs extra subsidie omdat de overheid ziet dat ons programma zoden aan de dijk zet. Het voorziet duidelijk in een behoefte. Het is ontzettend belangrijk om partijen en beleidsmakers te verbinden. We gaan er in de komende jaren voor zorgen dat we meer slagkracht krijgen. Voorheen hadden we koplopers die de weg vrij maakten; nu is het tijd dat het peloton aanhaakt. Dat zijn partijen die nu de eerste stappen zetten richting duurzaam en circulair bouwen, of die nog in de verkennende fase zitten. We willen hen nu meekrijgen, en dat kan door met concrete oplossingen te komen waar ze echt mee aan de slag kunnen.”

Waar liggen nog kansen, uitdagingen?
Bijvoorbeeld in het breder benaderen van de duurzaamheidsopgave. Afgelopen jaren bekeken we per project de milieuprestatie. We moeten dat tillen naar het hogere niveau van de gebiedsontwikkeling. Want hoe je een gebied inricht, boven- en ondergronds, heeft heel veel impact op de duurzaamheid. Een hoogbouwproject is nooit de duurzaamste keuze, maar in combinatie met grondgebonden woningen, appartementen en de juiste infrastructuur kun je op gebiedsniveau de duurzaamste oplossing hebben. Juist nu het in de politiek over grote gebieden gaat (denk aan de tien steden van D’66) moet je het in samenhang bekijken.

In deze tijden van geopolitieke onzekerheid, waarbij zowel de prijzen als de leveringszekerheid van bouwmaterialen onder druk staan, is het goed om naar een nationale economie te streven. Een economie die zichzelf in stand kan houden en niet afhankelijk is van buitenlandse partijen en bronnen. Hergebruik en circulariteit spelen daarin een cruciale rol. We kunnen niet meer zonder.”

Over Vrolijk Bouwnieuws

De wereld is al somber genoeg, dus vragen we onze lezers waar ze vrolijk van worden. In de rubriek Vrolijk Bouwnieuws vertellen ze zelf waarom ze enthousiast worden van een project, een stuk gereedschap of een manier van werken. Het maakt niet uit, zolang het zelfs een druilerige dinsdagochtend wat lichter maakt.
Wil je jouw vrolijk bouwnieuws ook onder de aandacht brengen? Mail de redactie